Holst van de nacht
Lied over geleende ogen

Ik kon niet blijven, zonder escorte
reisden we onder de zeven hemelen
en pas later besefte ik dat
daarboven de zielen wonen

van Adam - verdreven net als wij
Johannes en Jezus - de boodschappers
Jozef - door zijn familie verstoten
en Henoch - de levende leraar

Aäron - nog steeds geliefd
Mozes - de geduldige
in de woestijn van ongeloof

en Abraham - de eerste die zich overgaf

Met geleende ogen zie ik
onder het hemelse licht het stralende
nieuwe Jeruzalem, de stad
die wij hier gaan bouwen