Voordracht 3
De nakomelingen van Amram
al-'Imran
3:3-4
God heeft de Schrift gegeven
aan Mohammed, vrede zij met hem,
zoals Hij eerder de Tora en het Evangelie gaf,
om de mensen te leiden
op het goede pad,
met de gave des onderscheids.
3:14
Vrouwen en zonen, stapels goud
en zilver, prachtige paarden, vee
en akkers, heeft God mooi gemaakt:
ze zien er begeerlijk uit en je kunt
ervan genieten in het huidige leven,
maar mooier nog is de inkeer tot God.
3:31-33
Godsdienst is jezelf overgeven
aan God. Als je God bemint, volg dan
Zijn boodschapper, vrede zij met hem.
Dan zal God jóu beminnen
en je vergeven wat je fout doet.
God is vergevend en barmhartig.
Hij heeft Adam en Noach uitverkoren,
de nakomelingen van Abraham en
DE NAKOMELINGEN VAN AMRAN.
3:67
Abraham was geen jood
en ook geen christen,
hij was een godzoeker,
een man die zich overgaf.
Hij aanbad geen afgoden.
3:85
Wie een andere godsdienst wenst
dan de overgave, zal later
uitgesloten worden en dan
tot de verliezers behoren.
