Voordracht 11
Hud
Hud
11:25,50,61,69-70
Door boodschappers waarschuwden Wij
de mensen: Noach, HUD, ?alih en de twee
mannen die Lot bezochten.
11:77-79
Zijn stadsgenoten wilden hen kwaad doen
en riepen: Lot, om wie het ons te doen is,
weet je best! Niet om die dochters van jou!
Voordracht 27
De mieren
an-Naml
27:17-19
Een MIER waarschuwde het nest
voor het leger van demonen,
mensen en vogels dat in aantocht was,
en koning Salomo verstond wat hij zei.
Voordracht 36
Ya'-Sin
Ya'-Sin (de 28ste en de 12de letter)
36:1,14-19
Ya'-Sin
Wij zonden twee mannen naar Antiochië.
De bewoners wilden niet luisteren,
ze maakten hen uit voor leugenaar.
Wij stuurden nog een afgezant,
maar de bewoners waren er van overtuigd
dat ze niet in Mijn opdracht kwamen,
dat ze gewone mensen waren,
zoals zijzelf, onruststokers:
jullie komst is een slecht voorteken,
houd je mond of we stenigen jullie.
Je hebt het in eigen hand. Luister liever
naar ons dan het beter te weten.