In het duistere onder
van de toren vangt alleen
het koord licht, heen en weer
onder het luiden van de klok
Meteen komen er mensen
af op het schreeuwende geheim
Er is nieuws, het laatste nieuws
en ze becommentariƫren het touw
(nette mensen zijn ontmaskerd
hun nevenbelangen onthuld
en ondergrondse netwerken
ontknoopt)
maar nieuwsgierig zijn ze
vooral naar de handen
die aan de klok trekken
daar in het donker, onder
in de toren, in het binnenste
van het verstand
dat zich niet laat dwingen
om te zwijgen
Daarna verwaait de frisse bries
uit de galmgaten al gauw
De heldere lucht betrekt
en de mensen gaan
weer hun eigen weg
na de plechtige afspraak
dat het nooit, nooit
meer zal gebeuren