De kinderen zijn mijn pijn
mijn ingehouden liefde
nu ik weet hoe
Ik was zelf zo'n kind, tien jaar oud
kwam ik in het gesticht, ongewenst
en onwetend hoe
Tot mijn broer me vond
tussen de kleuters van mijn klas
en mij vertelde hoe
37 was ik toen ik familie kreeg
die ik vroeg om onderdak
maar zij wisten niet hoe
Ik bleef hier en werd oud
verpakt in blaadjes vouwpapier
verzwijgend hoe
verstikkend mijn leven is
niemand strijkt de vouwen glad
niemand weet hoe