In het laatste donker
voor de dageraad zwerf ik
na het feest door de stad
de lucht is helder
maar ik heb geen idee
wat ik zou willen
De rivier glijdt voorbij
langs de lege kaden, de wegen
zonder verkeer, het is stil
om de oude monumenten
alles netjes aangeveegd
In de museumpaleizen
wonen naakte mensen
van marmer en verf
de prinsessen zitten te kaarten
in de kelder van de bedienden
mijn stappen weerklinken
in het strijklicht van de tijd