Het blauwe kind

In duisternis het allereerste
wakker worden

van licht dat ontbrandt in sterren overal
in ruimte die pas nu er is

door uiteengeslingerde slierten
sterrenstelsels, de snaar

van de boog, alles trilt, en
niemand weet van pijl en doel

Een geest begint
bewust te zijn, vruchtbaar

paarse kelken in groot donkergroen blad
het zelfbevruchtende ei

dat de onbeminde vrouw begeert
om zwanger te worden