Geen weg terug

Ik woonde niet eens aan een rivier
toch staar ik weer in de verte

naar niets, naar het water
dat ook niet kiezen kan

waar het terechtkomt
over welke giftige gronden
en stekelige verwachtingen
verdund, bevroren of aangevreten
door duizend kilometer zon

Aan mijn schouders groeien
zwarte vleugels van heimwee

maar ik weet me gedekt
door de leeuw van mijn plichten

jegens mensen zoals ik
die ooit ergens dromend
vertrokken zijn en geleerd hebben
dat er geen weg terug is
naar hun jeugd