Zeffe doen, zei ik en ik brandde mijn vingers ik was een grote meid, ik wilde alles wat mijn broer mocht Als ik zin heb, rijd ik naar Parijs op mijn Norton, in mijn leren jas met toegedichte emblemen de scheldgedachten van bange mensen die me mijden ongeschikt verklaren en mijn beurt overslaan Schaam je, zeggen ze maar ik brand van verlangen om eigen baas te zijn en te doen wat ik kan Ik ben jouw mindere niet ik kan je heel wat leren ik kan je in alles verslaan en dat is nog maar het begin