De kapitein zal wel op de hoogte zijn want hij zegt niets over de situatie en dat kan van alles betekenen Er zijn berichten van vrede en opgeheven blokkades Ik moet keuzes maken terwijl ik hier een goed leven heb met mijn gezin dat vanzelf ontstond in het huis dat mij is toegewezen Dus ga ik nu maar naar bed en voor het slapen maak ik een reis voorbij het bekende Alleen overgebleven, trek ik verder begeleid door echo's van vertrouwd lachende stemmen die de waarheid voor mij verzwijgen de stem van de gids die liever thuis blijft van de soldaat in zijn versleten uniform de ene van de drie van het garnizoen die dienst zou kunnen hebben die de bekers vult en drinkt op mij op de gezondheid van alle mensen rond de toren van BelƩm en iedereen aan de lange tafel met de lege stoelen uit de tijd dat ze hier met velen waren Te voet verder, over een berg- paadje, door een dicht woud en mijn eten raakt op
Jong haalde ik de wereld binnen, ik vulde mij en elke dag was ik blij te groeien, groter dan Alexander de Grote Baruch en meester Kong gevoed door eeuwenwijze vrouwen Ik trouwde en kreeg kinderen: de huiselijke gewone jaren van vrede en vervulde wensen Het ging maar door, de mensen met wie ik sprak, de plaatsen waar ik steeds kwam, de lessen die ik ging geven, de wereld die ik uitdeelde en de ziel- snippers van mijzelf die ik overal begon achter te laten om leeg te worden van het leven dat stilstaat als het niet stroomt naar jonge lichamen
Als ik een reus was, zou ik zeker in het bos gaan wonen omdat bomen nog groter zijn en dan heb ik meteen familie want ze wonen ook in het bos Verder woont daar niemand misschien kabouters, onzichtbaar omdat ze achter de bomen blijven Ik kom graag in het grote bos de bomen staan op mij te wachten en ze lopen altijd met me mee totdat ik het bos uit ben Dan blijven ze weer staan en ze kijken me na -- sinds ik zeven werd Toen kwamen ze 's nachts op bezoek om te zeggen dat ik altijd welkom ben
We fietsen met ons vieren naar het bos, niet zo ver Op de kruising splitsen we Aart kent het pad, hij wijst: verderop is er een open plek kom, daar staan twee bomen met een knik in de stam Het laatste stuk lopen we met de fiets aan de hand We hadden ook aan het pad kunnen gaan zitten, maar hij wilde hier naar toe, zomaar Zie je wel? Meer zegt hij niet Hij laat zich achterover vallen en kijkt de hele tijd omhoog Dit wordt niets - twee bomen in het bos - dus ik zeg hem maar dat ik naar huis moet
Bemoste treden prikkelen buiten mijn bereik mijn fantasie Hier is vergeten een koning gestorven, een geest heeft hij niet achtergelaten, een schat misschien maar je zou alles moeten afbreken om dat te weten te komen En zo gaat het ook, langzaam wortel voor wortel, spriet voor spriet, druppel voor druppel regen, zon en vorst, leven, en dood Ook die is tijdelijk, al duurt het heel wat seizoenen om overwoekerd geraakt uiteen te vallen en weg te spoelen in een nieuw leven Het is het gewone gekriebel in de huid van moeder aarde - kort van duur, niet de moeite waard om er een kosmische hand naar uit te steken voor een krabje