We zien elkaar af en toe op een foto, schrijven als het ons uitkomt wat niet kan wachten we moeten leven om te kunnen delen wie we zijn, wat er klopt in ons hart ontspannen of onrustig wat er groeit uit ons verleden mamamoeder, papavader alles van vroeger: we zoeken volwassenheid en schoonheid kondigt het aan zoals mijn vriendin straalt van goud uitgegoten over goud en mij de weg wijst
De oorlog was begonnen door ruzie die klein begint maar van geen ophouden weet en eerzucht, koppigheid, wrok de vernielzucht van mannen Ver van het strijdgewoel vergaderen de grote landen op de ronde top van de Olympus ze drinken nectar en kijken weg in de verte hoe het verder moet De rijke steden doen zielig ze beklagen de mensen de een naast de ander liggend in het stof, maar de zon schijnt en zegt: laat ze het zelf uitvechten De een is voor de een de ander voor de ander ieder zit op zijn plaats boos te broeden op plannen wachtend op het donker zinnend op verborgen acties zeggend de wijste te zijn die verder vooruit kijkt en adviezen geeft in het veld om het einde te bespoedigen