De kaars op de badrand knettert en over mijn lichaam bruist de bal de paarse regen van mijn rode bloed in de blauwe weerspiegeling van de hemel in het water mijn huid lost op, mijn skelet rilt, zo mooi is dit einde, vaarwel mijn lief laat me maar gaan, ik huil maar ik houd van mezelf sinds jij wegkuste wat lelijk was