Ik dans, feestelijk, de band blaast in een optocht van kinderen en karren vol lasten en lifters, de lange benen van majorettes boven alles uit Gezichten schuilen achter toeters die opgeboerde meningen van gal en vuur in ieders oren spuwen en de buiken dwingen om te blijven dansen langs de plaatsen waar het leven woedt of stilgevallen is We dansen een groot elastiek en kijken hoe het rekt en pijn doet als het terugschiet naar het nieuws en op vaste jaardagen dansen we op de plaats, om stil te staan bij het erge dat we niet hadden moeten doen en om opnieuw te weten wat we willen: het herdenken herdenken – nóg eens denken, opniéuw denken, ánders denken, en dansen zoals we denken dat het moet