Wanneer jij schijnbaar achteloos
de handen mannelijk in de broekzakken
je weg naar de heuvel koos
braken onder jouw hakken de takken
Dan dacht je steeds expres
dat ik er ditmaal niet zijn zou
jouw 'vlasblonde prinses
van wie ik hou'
Jij deed mij in bed stilletjes huilen
ofschoon ik jou maar hoefde te zien
om mijn tranen voor een lach te ruilen
en mij in een ommezien
blij en licht te voelen
gewoon omdat jij er was
iedere avond, om je te verkoelen
op jouw heuvel, in het struikgewas