Zywa Landtapijt

Akkers gras en wijken
langs de lange slang
rivier die hen verbindt

ruggengraat van lapjes
aan de andere kant omzoomd
door stapels driehoeken

kale kammen bekrast
met brede lege wegen
naar elkaar

De windberg steekt er boven uit
en veel veel hoger nog begrenst
een lichte lijn het landtapijt

Lente is het en nog sneeuwt het
boven de mierenmensjes
Wat leven ze toch snel

Eens zo hoog: de hemels
witte strook die boven alles
onaantastbaar zweeft en

pas dan de altijd blauwe lucht
waarin ik mij laat vliegen, veilig
onder eeuwigheid

Gedicht 104
Vliegreis Marseille-Amsterdam, 2008-05-05

Bundel: Alsloos 
Trefwoord: Mensen:  

Zywa Tapestry of fields

Pastures, fields and quarters
along the long serpent
river that connects them

spine of patches
at the other side hemed
with heaps of triangles

bare ridges scratched
with wide and empty roads
to one another

Mount Wind is rising above
and much much higher again
a white line limits the tapestry of fields

It is spring and it is still snowing
above the little ant-people
How fast they live

Twice as high: the heavenly
white strip that unassailable
hovers over everything and

only then the ever deep-blue sky
in which I let me fly, safe
beneath eternity

Poem 105
Amsterdam, 2008-05-12

Collection: Ifless 
Keyword: People:  

Gedicht 3571
Amsterdam, 2021-03-26

Band: Wennlos 
Stichwort: Menschen:  
Zywa
GroepTerug5-7-5
PenseelPuimPuinRegenLiefdes
VerdichtTrekvogelsAlsloosFoto