Zywa
Landtapijt
Akkers, gras en wijken
langs de lange slang -
de rivier die alles verbindt
de ruggengraat van de lapjes
Aan de andere kant omzoomd
door stapels driehoeken -
kale kammen, bekrast
met brede lege wegen
naar elkaar
De windberg steekt er boven uit
en veel, veel hoger nog begrenst
een lichte lijn het landtapijt
Lente, en nog sneeuwt het
boven de mierenmensjes
Wat leven ze toch snel
Eens zo hoog: de hemels-
witte strook die boven alles
onaantastbaar zweeft
Dan pas de altijd blauwe lucht
waarin ik mij laat vliegen, veilig
onder de eeuwigheid
|