Dreunende donder, de wereld beeft
door hemelse hand, stormlucht
schudt de aarde
Verterend vuur
omhuld door zwaarzwarte rook
vanaf verder dan zichtbaar is
slaat de aarde in, brandt
een anker in haar kern
Is dit de dag van toorn, nu
het uur, het breken
van de zegels, het zieden
van de winden, het bonken
van de harten?
Als oorlogspaarden druisen zwermen
sprinkhanen uit de rook, ze briesen
zwavel, steken als schorpioenen
stormen vooruit en slaan de trom
Stop
![]() |
![]() |