Toen ik stierf hoorde ik een Vlieg
brommen tussen de Stormhemelen
het Stil in de Kamer
was als het Stil in de Lucht

De drooggewrongen Ogen om mij heen
verzamelden met hun Adem moed
voor dat laatste Uur
waarop de Koning in de Kamer verschijnt

Ik vermaakte mijn Souvenirs, droeg
het deel van mij dat overdraagbaar was
over, en toen kwam hij
tussenbeide, een Vlieg

met Blauwe, onzeker struikelende Zoem
tussen het licht en mij en toen
vielen de Ramen uit en toen
kon ik niet zien wat ik zag

Als ich starb, hörte ich eine Fliege
zwischen den Sturmhimmel brummen
die Stille im Raum
war wie die Stille in der Luft

Die trocken ausgewrungen Augen herum
sammelten mit ihrem Atem Mut
für diese letzte Stunde
in der der König im Raum erscheint

Ich vererbte meine Andenken, übertrug
den Teil von mir, der übertragbar war
und dann mischte er
sich ein, eine Fliege

mit einem Blauen, unsicher stolperten Brumm
zwischen dem Licht und mir und dann
fielen die Fenster aus und dann
konnte ich nicht sehen, was ich sah