Zywa Een steen uit het paradijs

De reus die mij tegenhield
was een muur aan de oever
van de grote rivier, ver
voorbij de paleizen

waar bedienden als engelen
een hemel op aarde verzorgden
voor prinsen en prinsessen en voor

de poort altijd naakte wijzen zaten
te bedelen om het volk te waarschuwen
dat het zich geen illusies moest maken

In de muur bevond zich een klein luik
dat even openging voor een oude hand
die mij een gewone kiezelsteen gaf

Het was een steen uit het paradijs
aan de andere kant van de muur
Hij was glad. Wat moest ik ermee?

Ik ben net zo'n steen, gepolijst
door het leven en in de toekomst
uiteenvallend tot stof, ach wij

stenen uit het paradijs
aan deze kant van de muur
waar de vorsten in afzondering lijden
aan verveling en de zorg
om dat zo te houden

Gedicht 309
Amsterdam, 2014-07-26

Alexander de Grote (356-323) in Bharat (India), 326-325
Bundel: Wissellichaam 
Trefwoord: Paradijs 
Trefwoord: Bharat (India)% 
Zywa
Home5-7-5
PenseelPuimPuinRegenLiefdes
VerdichtTrekvogelsAlsloosFoto
Aandacht is als zonneschijnVermeld © Zywa bij gebruik van teksten,
tekeningen, ontwerpen, schilderijen en foto's
Woord zoeken:  CTRL-F