Zywa
Huid van mijn ziel
In de vijver warm ik mij aan de zon
als een prins om te kussen
een meisje danst waterlelies
om mij heen, haar spiegeljurk
raakt mij even aan
Bogen haar lippen maar naar mij
om het zout van mijn huid te likken
en de huid van mijn ziel
dan vloog ik tovervlinders
tot in haar tenen, zalfde en kroonde
ik haar, wentelde ik me in haar –
zaden om ons heen, zo licht
dat ze geen schaduw geven
|