Zywa
Volmachten en soldaten
Vaak was het hun blije vroomheid
soms de brutale blik in hun ogen
of hun overdreven voorzichtigheid
Ik wist hen te vinden
alsof ik ze kon ruiken
de belijders, pruttelend
bij de ketel in hun huisjes
Ik vulde de kerkers met hen
Ze willen de feiten niet
accepteren en liever fantaseren
over goddelijk ingrijpen
Ze zijn bijgelovig en opstandig
Ik ken de wetten beter dan zij
en ik handelde als vrij man
zonder last of ruggespraak
Met volmachten en soldaten
Tot ik duidelijk hoorde: Stop.
Ik ben het. Ga niet verder.
Luister. En doe wat ik zeg.
Stuur liever een ander
antwoordde ik
Ik zag niet meer
wat ik moest, wat moest ik
in godsnaam doen?
|