Beneden in het duizendblad
eten de prinsen en prinsessen
groene, gele en rode appels
(peuters krijgen appelmoes)
de hele dag door delen leraren ze
rond, ze stellen vragen en oefenen
antwoorden, steeds iets nieuws
onder de zon, en daarna slapen
onder de maan en de sterren
Mijn hoofd is een stolp
om mijn levensboom
dichte kruinschermen
een oeroude stam
Van jongsafaan hang ik
mijn takken vol appels
tot ze niet meer kunnen
en bezwijken onder de last
of breken van ouderdom
Ja, ik ben oud geworden
zoekend naar verbindingen
raak ik steeds vaker de weg kwijt
(en ik eet weer appelmoes)