Met een stuk of vijftig collega's
(over thuis, series en werk)
pratend passen we de regels aan
(voor anderen natuurlijk)
want er zijn er nooit genoeg
(ze zijn nooit goed genoeg)
dat weten we allemaal
(men glipt ertussendoor)
ja, er is genoeg dat niet deugt
want dat is de vrijheid
(iedereen gaat zijn gang)
en handhaving is duur
(niemand laat zich storen)
liever vraagt men
(om nieuwe regels)
dat is het probleem
(maar wat maakt het uit)
regels zijn maar regels