Zywa
Valk
Alleen, met oud brood, zoete koek
en waterzakken onder de stenen
tegen de zon, boven op de heuvel
Als een valk
Maankoude hemel, mijn makker
onder zeil, met een vingervergiet
zeef ik de dunne sterren rondom
de Doodskist
Stenen rapen, op een rij leggen
rolvast, op grootte, op gladheid
en kleur, de feiten sorteren
Denken
Denk valk, denk geduld, denk geduld
De vijand komt, dit is een hinderlaag
Denk valk, niet ligbank, kussens
niet vrouw
Waak en bid Niet mijn wil
maar de Uwe, samen met mij
zullen de engelen meedogenloos vechten
Ik ben niet alleen
|