Zywa
Als ze een god van donder en vuur willen, dan krijgen ze die
We vertrokken op het goede moment
de toekomst lag open
verwanten ontvingen ons graag
Ze deelden de buit
en iedereen wist zeker wie
hen heeft geleid: de Vernietiger
uit hun schrijnende verleden
Dus ga ik de berg op
en ik blijf lang weg
om iets tastbaars te maken
als geschenk van hun god
Ik vertel hen
dat Hij Zich aan mij heeft laten zien
als een licht, feller dan de zon
verblindend voor wie zou kijken
het Allerhoogste
waarvan ik de hogepriester ben
met een halve naam in dienst
van de halve gelovigen die ik leid
want beter te verdragen
dan een open wond
is een halve waarheid
Gedicht 542 Amsterdam, 2015-12-30 Onder leiding van Mozes (Thut-mosis) trekken de remigranten door Hidjaz en Edom God toont zich op de Horeb, in Tabuk, de noordelijke streek van Hidjaz, in een brandende doornstruik (Exodus 3:2), en op de Sinaï in lichtflitsen (Exodus 19:16, 20:18) en een laaiend vuur (Exodus 19:18, 24:17) El Sjaddai = God de Vernietiger Bundel:Uit Heilige Boeken [1] Trefwoord:Godsdienst: Trefwoord:Bijbel^