Zywa
Gefnuikte meisjesdromen
Met mijn zusjes deed ik mama
en haar vriendinnen na
Door op alles te letten
van wenkbrauw tot voetstap
elke spier onder zijn mantel
het menu en onze kleren
lieten we papa die koning is
zijn belangrijke werk doen
Al zolang leef ik zonder
vriendinnen, zonder kind
Ik strijk geen lakens glad
voor mijn Achilles, de gevoelige
held, zijn goddelijke lichaam
Op onze huwelijksdag
besprenkelde de priester mij niet
met wijwater, hij besmeurde me
met klever uit het gouden vat -
vies mengsel van bloed, wijn
honing, en niemand durfde
te kijken - onder de offertafel
naast het laaiende vuur van de brand-
stapel schopte hij me: blijf stil zitten!
Zijn mes blonk, ik zag hem trekken
aan de hinde die mijn plaats innam
Ach, welke vrouw leed en lijdt niet
aan mooie meisjesdromen
gefnuikt door snode plannen
waaraan ze hoogstens half
ontkomen is?
|