Zywa
Genest
kleren aangedaan om uit te laten
glijden de kussenkasten leeg
getrokken omdat jij komt
elkaar de liefde lezen
bij het binnenwaaiende geluid
van een gewone werkdag
de adem inhouden
over onze lange ruggen
waszachte krabnagels
warme plooien wekken
sluimerhuid ontdekken
oneindig ver onze blik
tongel in mijn frommelmond
tingel in alle tien mijn tenen
beide armen vleugelwijd
zuchtend zinken in de diepte
die zich openvouwt en jij
nestelt je in en om mij
|