Zywa Boos op mij

Nooit wou ik van iemand iets verdragen
behalve van mijzelf, het allerliefste

was ik lui en als ik ooit een keer
een beetje hielp dan keek echt iedereen

mij verwonderd aan -- ik zie de tijd
al komen dat geen mens zich dat herinnert

IJskoud snauwde ik mijn ouders af
eeuwig was ik ruzie aan het maken

er leek bij ons thuis altijd iets te moeten
zijn en steeds was ik dan op mijzelf

boos, terwijl er niemand boos op mij was
wat het extra moeilijk maakt helaas

dan wilde ik met rust gelaten worden
en van ellende ging ik zitten huilen --

heel de aarde is een tranendal
dat een meisje deugdzaam moet verduren

door elke dag opnieuw weer mooi te zijn
als een bloem waar mensen blij van worden

Gedicht 627
Amsterdam, 2016-04-11

Dagboek 1944-1945 - 1945
Bundel: Hangende regen 
Trefwoord: Vrijheid:  
Opgedragen aan: Riet O 

Zywa Angry with me

Never I wanted to tolerate anything from anyone
exept from myself, I preferred

to be lazy and if I ever once did
help a bit really everyone was amazed

and looking at me -- I already see the time
approaching no one does remember that

Ice-cold I snubbed my parents
at all times I was quarrelling

at our home there always seemed something to be
the matter and every time I was angry

with myself, while nobody was angry with me
what was even more difficult for me

then I wished to be left alone
and full of misery I sat down and cried --

the entire earth is a vale of tears
that a girl has to endure virtuously

by being beautiful every new day again
like a flower that makes people happy

Poem 852
Amsterdam, 2017-04-04

Diary 1944-1945 (1945)
Collection: Pending rain 
Keyword: Freedom:  
Dedicated to: Riet O 

Zywa Sauer auf mich

Ich wollte nie etwas von irgendjemandem ertragen
außer meinem eigenen, am liebsten

war ich faul und wenn ich überhaupt einmal
ein wenig geholfen habe, dann schauten alle

mich erstaunt an -- ich sehe bereits die Zeit
in der sich niemand daran erinnert

Eiskalt schnauzte ich meine Eltern an
für immer habe ich mich gestritten

es schien, in unserem Haus sollte immer etwas sein
und dann war ich jedesmal sauer auf mich selbst

obwohl niemand sauer auf mich war
was es leider besonders schwierig macht

dann wollte ich in Ruhe gelassen werden
und vor Elend fing ich an zu weinen --

die ganze Erde ist ein Tal der Tränen
das ein Mädchen tugendhaft ertragen muss

durch jeden neuen Tag schön zu sein
wie eine Blume, über der die Menschen sich freuen

Gedicht 2909
Amsterdam, 2020-04-10

Tagebuch 1944-1945 (1945)
Band: Schwebender Regen 
Stichwort: Freiheit:  
Gewidmet: Riet O 
Zywa
GroepTerug5-7-5
PenseelPuimPuinRegenLiefdes
VerdichtTrekvogelsAlsloosFoto