Zywa
Mijn vaders brede lach op de Dag van het Gelukkige Echtpaar (11/22)
Uitgehuwelijkt, mijn vader
een brede lach aan tafel
naar leer geurend
zijn grote handen
die zijn toespraak beginnen
met een stevige roffel
op de schouder van mijn lief:
op hem kan ik bouwen
Een last slaat hij
zijn hart uit, mijn man in
we toosten en drinken
uit kristallen bokalen
groter dan ons gezicht
een lachspiegelkring
van kristallen bollen
we vermaken ons
de getuigen worden dronken
ze zijn al langer getrouwd
en geven om maan noch
slapend wachtende bedden
Gedicht 677 Amsterdam, 2016-06-08 ii [yoi]=goed/gelukkig, fuufu=(echt)paar ii=11 klinkt als ii=goed, en fuufu=november klinkt als fuufu=paar Bundel:Ogen lippen borst en buik Trefwoord:Huwelijk / Bruiloft