Zywa
Abracadabar
Ik kom je nog een keer proeven
in het geroezemoes van de avond
aan de Abracadabar, het ruikt er
niet zoals toen, maar zoals jij
boven alles uit bloesemde
zo zingen de zinnen rond
die zich in mij vlijen
tot wij twee straks overblijven
en samen naar huis gaan
Ogen, lippen, borst en buik
tranen om stoere zelfspot
ik leg alles in de schaal
voor mijn gezelschap, een man
die jij had kunnen zijn
Maar vannacht is de vraag die overblijft
wie met wie wil
meegaan in de tover
van zijn gedachten
|