In Gilroy verkopen ze knoflook
-koffie, -appels, -ijs, en -koekjes
In Deventer kleurt alles geel:
mosterd, tongen, en baarden
het asfalt, rozen, en de zon
schilderijen in het museum
honden, kleren, overal mosterd
-soep, -salade, -bonen, -thee, en eieren
Ze leven ervan, ze zijn
wat ze eten, ze zouden
Garlic en Mosterd willen heten
om zich met Hamburg te meten
met Tabasco, Sardinië, Nîmes, en Genua
Badminton, Bikini, of Cyprus op zijn minst
Maar in de strijd van belangen
zijn dat veel te grote dromen
al wordt de wereld steeds kleiner
klein genoeg misschien voor Deventer
om met niets dan boeken en mosterd
een attractiepark te zijn, een sprookje
waarin iedereen welkom is
om een dag te verdromen