Zywa
Tussen roesmoes
We kwamen uit de oefenzaal
van het hotel en jij wees
tussen de roesmoezende mensen
naar mij
Jouw vinger viel mij aan
in mijn hart
Op onze kamer schoot je uit
Vlug gooide ik een berg
opzuigend zout op het tapijt
Na jouw vertrek spoelde ik
de rode vlek weg
Een en al onzekerheid
Die ons scheidt
De overkant is ver
Het snelst zwem ik
kruipend over
de gezonken schepen
Het duurt te lang
om over Richel en Griend
een brug te bouwen
hopend op een weg
|