De god van de donder en de zee
is de gevaarlijkste, hij plundert niet
hij verkracht niet, maakt geen slaven
hij schudt de aarde, de huizen
storten in en de vlaktes scheuren
open of verdrinken met alles wat leeft
in de vloed die hij opstuwt
De mensen lijden en sterven
eeuwen later weten we het nog:
vruchtbare akkers onder de Zwarte Zee
het verdronken leger in de Rietzee
de begraven muren van de fiere stad
en ruïnes in het kale land van Argos
de beroemde rivalen tezamen vernietigd
door bevende aarde en beukend water
We weten het nog, uitkijkend over de oevers
van de Panitsa en de Kleine Meander
waaronder de boze god ligt te slapen
Gedicht 1926 Trein Amsterdam-'s-Gravenhage, 2018-11-16 6300 vC Zwarte Zee (verhaal van Noach) 1440 vC Overstroming van de Rietzee (Mozes) 1184 vC Einde van de 10-jarige Trojaanse oorlog 1180 vC Overstroming van Argolis, door aard- en zeebevingen Bundel:Geheim& Geloofd Trefwoord:Natuur: geweld