Zywa
Dunne gordijnen
Het is windstil
Plastic water in het kanaal
Ik eet bij mijn moeder
Onderweg naar huis
talm ik op het kruispunt
Mijn kamers zijn zo leeg
en jij woont hier vlakbij
Ik kan naar je toegaan
en toch kan dat niet
Achter de dunne gordijnen
leeft de straat, de stad
Niemand ziet mij
Ik zou liefdesbrieven willen
lezen van jou, ontboezemingen
die je me nooit hebt geschreven
Daar moet ik steeds aan denken
wachtend op slaap, stil liggend
als een pop
|