Zywa Lief lijfhuis [2]

Het is niet gezellig
in mijn lijfhuis, zwetend
op bed strek ik me wijd uit

tot een X
(waarde onbekend)
om af te koelen

maar er staat geen wind
en de lucht is vochtig
van verdriet om mijn lot

en van angst dat dit het laatste is
wat ik nog vol kan houden, dat
het daarna te erg zal zijn

(ik weet niet precies wat –
  soms is het te donker
  dan weer schijnt het licht te fel)

Ik heb ruimte en adem nodig
om te strijden, ik ben een krijger
in mijn hoofd en mijn buik

omsingeld, ingesnoerd
en verstikt, lucht genoeg
maar niet voor mij?

Steken en krampen

om het gevaar, de gong gaat
(voor een nieuwe ronde)

Gedicht 3172
Amsterdam, 2020-09-16

Bundel: OverLeven [1] 
Trefwoord: Ziekte: ondergaan 
Opgedragen aan: Maria Godschalk 
Zywa
Home5-7-5
PenseelPuimPuinRegenLiefdes
VerdichtTrekvogelsAlsloosFoto
Aandacht is als zonneschijnVermeld © Zywa bij gebruik van teksten,
tekeningen, ontwerpen, schilderijen en foto's
Woord zoeken:  CTRL-F