Misschien ben ik maar een meisje
in jouw ogen, zoals alle meisjes
zijn geweest, al was het soms
maar even en al ken je hen
anders
allemaal zo verschillend
de buurvrouw, de lerares
jouw oma, jouw moeder
jouw zus en ik, het meisje
op wie je verliefd werd
ik, de vrouw met wie je slaapt
en ons dochtertje, een prinsesje
in jouw fantasieën
omdat je je geen raad weet
met ons zoals we zijn
Gedicht 3295 Amsterdam, 2020-12-01 Hymne aan Isis (c. 300 vC), Codex VI-2, de gnostische verhandeling "Donder, Volmaakte Geest" uit de Nag Hammadigeschriften, geschreven in de Koptische taal Bundel:Kaders Trefwoord:Mensen: vrouwen