Zywa
Enkelspoor
Wie kan ik vragen
om met me mee te gaan
achter mij aan op een enkelspoor
van valse hoop, onvervalste hoop
tegen beter weten in
op weg voor te weinig
schamele minuten om samen te vieren
maar toch tijd die ik niet missen wil
ook al biedt hij niet wat ik wens?
De weinig begane paadjes
zullen evenzeer dood lopen
als de korte route in de nevels
die bedwelmen en steeds meer
het uitzicht op de bergen
de kalende bergen wegnemen
Ik wil niet stilstaan, ik loop rond
en tuur naar een nieuwe weg
een magische levensweg
die ik, desnoods struikelend
en uitglijdend over de scherpe stenen
wil banen waar hij niet is
|