Dwalend loop ik langs de winkels
die het pikkedonker minder eng maken
al weet je nooit wie er opduikt
en dat zou geen droomprins zijn
die met mijn liefde zijn betovering
kan doorbreken, zodat op slag
de etalage een huwelijksbed
met hemelsblauwe doeken is
en we wegens het versmaden
van de kauwtabletten een klysma krijgen
om het verleden los te laten
en enkel gekleed in een kroon
onze toekomst te bezegelen
met de rode plug in zijn achterste
en de groene in het mijne
De meisjes van mijn werk
begeleiden ons naar het bed
dat we onder applaus bestijgen
Hun handen leggen ons neer
en wrijven ons op
voor de grote finale