Zywa
Liefde is weerstand
Twee wijd zwierende
gordijnsluiers schrijden
slepend hun zomen rond
in steeds kleinere cirkels
tot ze tegenover elkaar
draaiend in de greep raken
van de vloer en hun voeten
hun benen, hun middel
in een pirouette wringen
de innige verstrengeling
van een parend paar
en hun streng van herhaalde passen
in goede en kwade dagen
tot de dood de weerstand
opheft en ieder weer vrij
komt, zich losjes uitrekt
en breed uitwaait
|