Langzaam zak ik weg, de diepzee in
de volzee: het duizelt me van scholen
visjes schieten weg en zijn er nog
In het licht boven mij glijdt het witte
schip van een zwaan over
de bellen uit mijn mond
Ik hoor krekelzang in het hoge gras
een meeuw vliegt over, waarschuwt
en wijkt, golven rollen zich op
tuimelen over elkaar heen
en breken bruisend in hun dal
waaruit ik ademend bovenkom
Gedicht 213 Amsterdam, 2014-03-02 Zacht lied (Ton Bruynèl) - 1974 Compositie "Soft song", voor hobo en 2 klanksporen, uitgevoerd in het Orgelpark op zondag 2 maart 2014 Bundel:org anp ark Trefwoord:Leven: overleven (reflex) Componist:Bruynel, Ton
Zywa
Lied vom Meer
Langsam versinke ich, in der Tiefsee
der Vollsee: mir ist schwindelig von den Schulen
Fische schießen weg und sind immer noch da
Im Licht über mir gleitet das weiße
Schiff eines Schwans über
die Blasen aus meinem Mund
Ich höre Grillegesang im hohen Gras
eine Möwe fliegt vorbei, warnt
und weicht, Wellen rollen auf
taumeln übereinander
und brechen sprudelnd in ihrem Tal
aus dem ich atmend auftauche