De zon is een duiker in het westen, onbereikbaar voor de maan, haar haren kleuren rood van verlangen En rood kleuren de druiven in het dal met de vuurtorens langs de moerasrivier in het land in het midden tussen pool en evenaar De dagen zijn kort We drinken met de buren de wijn van vorig jaar donker als de nachten De maan kust de zon uit zijn slaap, kust hem kust, kust hem terug We vieren feest, trakteren elkaar op saamhorigheid Koren trekken de huizen langs en we eten gebakjes