Een van de vele
relaties en projecten
die niet mislukt zijn
maar onaf gebleven
opgeschreven om af te leggen:
#NL2008000269348 in het Register
van Particuliere Onvoltooide Zaken
"Jij stond zomaar op
we hadden niet gepraat
niet gewoon zoals dat gaat
je stond zomaar op
liet mij achter in de zon
met wolken in mijn gedachten
of we wel vrienden zijn
vrienden zijn geweest
of en hoe het anders kan
en of jij ook zomaar bloot
naast mij zou kunnen komen staan
een arm om mijn schouders slaan
help! een idioot!
ik hoor niet bij hem, echt
ik ken hem niet, wat hij ook zegt"
Gedicht 123 Vaison-la-Romaine, 2008-12-28 Bundel:Manen Mede opgedragen aan:C W
Zywa
Weense wals
Kom en dans met mij, dans heel de nacht
in paleizen en kelderlokalen
Je mag op mijn schouders best huilen
om prachtige plannen die falen
de vrieskamers in het museum
bevatten vitrines vol jeugdidealen
Wee wee wee wee, waarom sta je daar nog aan de kant?
Kom en dans met mij, geef me je hand
Ja, ik wil jou, ik wil jou, ik wil
met jou dansen en alles vergeten
in een spiegel waarin we met lenig
gewichtloos gemak als atleten
de eeuwige hemel in zwieren
zo nat is de vloer van ons zweten
Wee wee wee wee, waarom sta je daar nog aan de kant?
Neem mijn hand en ik breng je aan land
Kom en dans met mij,
dans dit refrein
op de teugen van wijn,
van verlangen en pijn
kom we walsen ons vrij
midden op het plein
We pauzeren een dag in een liefdeshotel
waar je even onsterfelijk bent
maar al jaren geen liefde meer was
ook al ruik je haar temperament
En we denken aan oude successen
geluk dat we hebben gekend
Wee wee wee wee, waarom sta je daar nog aan de kant?
Neem mijn hart, waarop jij bent gestrand
In de wazige namiddagzon
groeit op zolder een bollampion
prachtig uit tot een grote verlichte ballon
daarmee drijven wij ver hiervandaan
jouw bedroefdheid verzacht door de liefdes-
verhalen, verteld door de maan
Wee wee wee wee, waarom sta je daar nog aan de kant?
Kom en dans, er is niets aan de hand
Refrein
Ik wil dansen met jou hier in Wenen
gekleed in een jas van rivier
en de lelie die drijft in mijn hand
origami van roze papier
begeleidt jouw gedachten verliefd naar mijn huid
langs een graf met een rafelig lint
Kom, ik schenk je mijn binnenstebuiten
op kussens van rijpende druifhyacint
om te varen op golven genot
tot jouw lichaam een ankerplaats vindt
O mijn lief, o mijn lief
Weense wals, Weense wals
blijf toch dansen, want meer is er niet
Dag zusje, jij bent de mooiste
Niemand zal ooit mooier zijn
Je houdt je groot
Je laat ons de tranen
Dag broer, ik ben geen hogepriester meer
sinds vader de goden afschafte
en nu hij vermoord is
rust de hemel
helemaal op jou, zoals hij het wilde
word jij de koning van de Rivier
Jij laat de Zon stralen, zoals ik
hem zal laten stralen aan de kust
waarheen ik het volk van grootvader
terug zal brengen, dag lieve mama
Jij zult de familie leiden
Jij bent sterk, jij bent de wijste
van ons allemaal, wij kinderen
van het Licht dat over heel de aarde
schijnt, en de duisternis
heeft het niet begrepen
Gedicht 541 Amsterdam, 2015-12-29 Kroonprins Djhoet-mosis / Thut-mosis = zoon van Thoth, afgekort: Mozes, is de broer van Echn-Aton en de halfbroer van Nefertiti; hij was hogepriester in de tempel van Ptah bij Memphis in de Nijldelta, maar zijn vader, farao Amen-hotep III stelde Aton (de zon, het abstracte goddelijke) in de plaats van de traditionele goden zoals Amon en Ptah In 1351 vC is Amen-hotep III vermoord door priesters van Amon, maar Echn-Aton zette de nieuwe cultus door Bundel:Uit Heilige Boeken [1] Trefwoord:Bijbel
Zywa
Lief mijn lief
O lief mijn lief, het was een mooie zomer
de bonte kleuren doven langzaam uit
De wereld wordt voor mij steeds monotoner
en nog wat witter wordt mijn witte huid
En ook al kunnen wij nu nog maar even
elkaar de lust van liefde geven, jij
bewaart mijn ziel voor altijd in jouw leven
in wie jij zelf geworden bent met mij
Ik hoor jou zacht in huis van alles doen –
onze liefde is nog net als toen
Jij let op mij en geeft me goede moed
je geeft het najaarslicht zijn gouden gloed
De toekomst wijkt, voor eeuwig nevelig
totdat ik veilig in jouw armen lig
waar ik mijn ogen rustig sluiten kan
waar ik mijn ogen rustig sluiten kan
Mijn lief, waarom droom je
nog van de Madonna
die ik niet wil zijn? Waarom
sta je voor het raam
met je rug naar de vrouw
die voor je zorgen wil?
Zie je in de diepte
van de stad, auto in, auto uit
alleen maar kortsluiting
terwijl je een vrouw wilt
die daar boven staat, vies van gedoe
op een achterbank?
Waarom droom je
ervan te ontsnappen?
Wat maakt een kooi
van haar nest
van mijn genegenheid?
Waarom droom je
van Mona Lisa?
Is er geen stroom daar?
Vonkt het alleen, vaag
ergens tussen jouw buik
en jouw hoofd? Vonkt het
ook bij haar? Hoop je?
Gedicht 2977 Amsterdam, 2020-05-22 Visioenen van Johanna (Bob Dylan) - 1966 Lied "Visions of Johanna" over Joan Baez en Bob Dylan Bundel:Grote Stroom Eerbetuiging:Dylan, Bob Eerbetuiging:Baez, Joan