Zywa
Struiken van de liefde
Er zweven onverzadigbare engelen
door het park, ze dragen vleugels
van angst en een kroon die pijn doet
Hun hart is gewond, eenzaam
Het weet niet meer in wie het woont
De bomen kunnen hen niet helpen
Zakkenrollers loeren in de struiken
van de verborgen liefde
De wethouder stuurt politie
met boeien de nacht in
De mensen sluiten hun huizen af
Ze horen niets, zien niets en zeggen niets
Een uil in de holte van een boom
roept het uur van de waarheid
en mijn ogen beginnen te tranen