Zywa
Vruchtbloed
We zijn geen vriendinnen, maar
ik knik haar toe, ook mijn hand
buigt als groet, niemand kan dat
zien, voor de zekerheid
houd ik afstand, iedereen kan
me kwaad doen
De mensen spugen naar haar
sinds het zoontje van de buren
ziek is en de koorts oploopt
Vorige maand trokken ze haar
het huis uit, trokken ze haar
de kleren van het lijf
sloegen ze haar
het meertje in en dreven ze haar
naakt door de straten
Er zat bloed in de courgette
die de baba haar gaf, iedereen
heeft gezien dat ze een heks is
Het jongetje is weer beter, maar
de buurman heeft recht op haar
land vanwege zijn kind, zeggen ze