Bij de brug onder de Tuin der Dichters zit ik te kauwen op de wereld zoals ze is Ik zie de mensen gaan jong, moe of roekeloos de beschermheilige tartend die aan de binnenspiegel bungelt Laat in de avond lopen ze in de berm met bagage of sprokkelhout op hun hoofd, kruizen om hun nek op de schouders van hun ziel en als hangers in de kledingkast Het Symbool is overal Op het plein heeft het gaten van de spijkers, uit het koper spuit levend water De verlossing komt pas later het is treurig gesteld met de mensen ik zie het aan de gezichten van Jezus in de winkels Droevig kijkt hij me aan Te koop voor weinig geld