We leven in een arm land sinds we het terugpakten en wie blijft, moet betalen in natura, we nemen het heel persoonlijk, man na man onderwerpen we met geweld de laatste vrouw aan ons recht in haar te dringen zoals zij en de andere vreemdelingen zich zes generaties lang in ons leven drongen, zo stoten wij nu onze dolken van haat in haar, ze is weerloos haar honden blijven stil liggen in hun bloed, ook zij moet zich schikken in haar lot de ongenade van het leven en de genade van de dood