Deze straat in wonderland
een laan van roze wolken
moet wel het einde zijn
van de gewone wereld, hier
begint het geluk en ginds
moet wel de poort zijn
maar daar wil ik nog niet heen
Laat me langzaam lopen en genieten
van bomen vol roze koeken
Laat me wegvliegen
uit pijn en misselijkheid
uit de heilige drie-eenheid
van mijn gedachten, mijn
organen en de rest, mijn
wanhoop, verdriet en angst
voor het onverdraaglijke
Laat me in de wolken lopen
Laat het bloesems blijven regenen
![]() |
![]() |
Het is een mooie herfstdag
het park prachtig bezaaid
met stekelbolletjes, ze woekeren
overal, ik kan het niet aanzien
Het slechte nieuws valt aan
ik trek mij terug binnen
de muren, sluit de poorten
Laat me met rust, vechten
met de feiten op mijn wereldwijd bureau
terwijl de dagen voorbijgaan en ik onzeker
passen zet in de dans naar het eindfeest
mijn Ik laat binnenstromen, langzaam
Het uitadem om heel te zijn, natuurlijk
gaat het, natuurlijk gaat het voorbij
maar nu een pilletje en dan
eten en weten dat buiten binnen
is een mooie dag
![]() |
![]() |
Sinds die dag sta ik
oude doorgestreepte tijger
in een jong lichaam
in een ander licht
dat mij ontkleedt, onverbiddelijk
de veters van mijn zekerheden losmaakt
mijn gewoontes en dromen losknoopt
mijn ogen open kust
voor de schoonheid
van de afgrond
en met zachte hand
mijn onsterfelijkheid uittrekt
De afgrond is geen afgrond
als ik vlieg en jij
mijn hand aanneemt: kijk naar mij
ik kijk naar jou
in een ander licht
sinds die dag dat ik zo blij was
nog te leven ik ben
na diep zuchten klaar
voor de sprong
![]() |
![]() |
Tevreden over elke stap
die de tangen van niet
en de messen van wel
bewegen overwint
loop ik steeds meer buiten
de lijntjes van de maatschappij
in mijn eigen kringetje
Er rinkelt gevaar
in mijn lange adem
van stap voor stap
langzaam leven
Ik doe steeds meer
honing in de thee
maar ik weiger te vluchten
in de poedersneeuw van de nacht
![]() |
![]() |
Vrienden weten zich geen raad
met mij: niet met zichzelf
en hun eigen zorgen
waarmee ze welkom zijn
maar die ze bedekken
met zorgen over mij
en mijn goede moed
tegen beter dromen in
tegen hun dromen in
omdat ik een stuk van mijn leven zou missen
als ik vandaag vergeet
voor een dag van morgen
Durf naar mij te kijken
terwijl het donker wordt
en ik lig uit te rusten
ik ben niet dood
ik ben een bloemenkind
in de schoot van Moeder Aarde
![]() |
![]() |
Ik zit klem, hoe kom ik hier
uit, hier weg, wie helpt mij
vergezelt mij, desnoods alleen
in gedachten, naar de Gouden Poort
met vrije vogels in de glimp
van het licht tussen haar deuren?
Wie voelt mijn liefde trekken
aan de netten die ons verbinden
wie wast de harde korsten
van mijn lijf, kust mijn wonden
tot bloemen als de mooiste
jurk die ik ooit droeg, wie
legt zijn hand in mijn bloed
als een hart?
![]() |
![]() |
Opnieuw ziek. Paniek
in mijn eigen huid
in stukken te vallen
Uit alle macht proberen
mezelf vast te houden
Naar wapens zoeken
en van listen dromen
Wakker worden zonder
Het probleem de deur uit
lopen, ergens in het gras
moeten rusten, bloed zien
wellen uit een schaafwond
Verbijsterd ernaar kijken
Mijn waardeloze lichaam
vol vers bloed, vol kracht
Er is nog zoveel te doen
wat ik dacht te kunnen
uitstellen, tijd en aandacht
voor vrienden in de wacht-
kamers van mijn gretige leven
Kom op, ik leef, ik kan
bloeden en ziek zijn, zorgen
voor anderen, ik leef
geen afgepaste uren
![]() |
![]() |
Is het huilen als ik huil
in gedachten, dobberend
als een drenkeling tussen drijfhout
de wrakstukken van mijn hoop
op mijzelf en verstandige dokters?
Zou de chemie van tranen meer
rust geven, adem geven
dan jij, jouw warme lichaam
in mijn rug, samen
in de landloze zee?
Woorden zouden hier net zo
nat en stuurloos drijven, vandaag
te klein om mij te dragen
houd jij me maar vast
je hoeft niet te praten
mij niet te begrijpen
kom, je hoeft niet
mijn redder te zijn
![]() |
![]() |
De oude mensen op de soos
zijn vrolijk en mobiel
genoeg om te komen
Andere bejaarden zijn gebrekkig
thuis in hun lichamelijke ongemakken
Ik denk me wel eens in, dat het 2050 is
en ik in een gemakkelijke stoel zit
te fantaseren hoe het vroeger was
en dat ik door een wonder
ineens terug ben in die tijd
weer 24 volle uren per dag
mag voelen hoe het leven was
in mijn 38 jaar oude lichaam
in het licht van later, van half verdoofd
pijnlijk versleten zijn, bijna weg
uit het leven dat ik koester
weer midden in de Kracht
die door mijn verdriet heen stroomt
en die straalt terwijl ik haar doorgeef
aan mensen die haar zoeken
en gevonden hebben zoals ik
![]() |
![]() |
Het is niet gezellig
in mijn lijfhuis, zwetend
op bed strek ik me wijd uit
tot een X
(waarde onbekend)
om af te koelen
maar er staat geen wind
en de lucht is vochtig
van verdriet om mijn lot
en van angst dat dit het laatste is
wat ik nog vol kan houden, dat
het daarna te erg zal zijn
(ik weet niet precies wat
soms is het te donker
dan schijnt het licht weer te fel)
Ik wil ruimte en adem
om te strijden, ik ben een krijger
in mijn hoofd en mijn buik
Daar word ik omsingeld
ingesnoerd en verstikt
Er is lucht genoeg
Waarom niet voor mij?
Ik verdraag de steken
en het verkrampen
om het gevaar
de gong gaat
(voor een nieuwe ronde)
![]() |
![]() |