Even vliegt er een vlek over
de muur, een meeuw
de avond broeit en ik
lig in mijn hemd op bed
en lees Plato, de gelijkenis
van de gevangenen in de grot
Ik hoor mijn man, sla snel
het boek dicht en draai me om
met mijn rug naar hem toe
doe ik alsof ik slaap. Hij komt
naast mij zitten, onprettig
warm tegen mij aan
Mijn billen liggen bloot
maar hij let er niet op