Als kind leer je zoveel
van slagroom... tot franjestaarten
ziek zijn en beter worden
wat stoer is, wat vies
waar de vaste plekjes
zijn in het zoeven
van de grote mensen
het speelgoed opruimen
dat je morgen weer nodig hebt
een jaar duurt negen keer
knippen, en je moet niezen
van haren en mandarijnen
wat je lievelingskleur is, kietelen
duimschrijven en het mikadogeduld
je zwemt door de straten
van het aangeplante bos
voor papa en mama uit
torren, tractors en treinen
elfenvinvissen, wespennesten
schapenvacht en valtegels
weer opstaan, weglopen
van mama als ze
gaat het? vraagt, natuurlijk
gaat het
voorbij