Schoonmakers spoken
door mijn huis, bazig
voeren ze het hoogste woord
nemen me mijzelf uit handen
en vertellen verhalen
waar ik me voor schaam
Machteloos lig ik te huilen
in jouw schoot, in de schaduw
van mijn angst steeds meer
mezelf aan hen te verliezen
Ik zou niet zonder ze kunnen
maar mijn bestwil lijdt
aan de bezetting
van mijn hoofd door het toneel-
masker van mijn gezicht
dat de schoonmakers dragen